De belangrijkste impact op jouw organisatie
De ABU-cao 2026 zet de toon voor een nieuwe manier van werken met flexkrachten. Je kunt flex nog steeds slim inzetten, maar de spelregels zijn veranderd. Dat vraagt om heldere keuzes, goede samenwerking met je uitzender en een sterke basis in je interne processen. Dit zijn de drie punten waarop je nú moet voorsorteren.
Hogere kosten
De inzet van uitzendkrachten wordt duurder. Dat vraagt om een scherpe blik op de toegevoegde waarde van flex. Waar draagt het écht bij aan je operatie? Denk aan tijdelijke pieken, moeilijk bereikbare doelgroepen of specialistische functies die je zelf niet kunt invullen. Flex moet iets leveren wat je vaste bezetting op dat moment niet kan. Wie dat goed organiseert, haalt juist méér uit flex: meer wendbaarheid, meer snelheid én meer impact. Dáár zit de waarde van strategisch uitzenden.
Meer administratieve verplichtingen
De kwaliteit van je flexinzet valt of staat straks met wat jij aanlevert bij de uitzender. Niet alleen officiële regelingen uit je cao of personeelshandboek, maar óók de informele gewoontes die in je organisatie bestaan, zoals het bloemetje op de eerste werkdag, tellen mee bij gelijkwaardige beloning. Alles wat je uitzender niet weet, kan niet goed verwerkt worden. Zorg dus voor volledige én actuele informatie, en geef wijzigingen direct door. Alleen dan voorkom je vertraging, miscommunicatie en herstelwerk achteraf.
Verschillen per bureau
Elke uitzender bepaalt zélf hoe arbeidsvoorwaarden worden vertaald, zolang de totale waarde maar minimaal gelijkwaardig is. In de praktijk kunnen daardoor verschillen ontstaan tussen flexkrachten in vergelijkbare functies. Dat kan zorgen voor vragen op de werkvloer. Transparantie over de pakketten van verschillende bureaus is essentieel om verwarring te voorkomen. Vraag actief om inzicht, maak afspraken over informatievoorziening en zorg dat je kunt uitleggen hoe het zit. Alleen dan houd je vertrouwen én regie.