“De nieuwe ABU-cao vraagt om een slimme sourcingstrategie” | Nicky Blom over uitzenden als middel, niet als doel

Een van de grootste veranderingen die de nieuwe ABU-cao met zich meebrengt, is het principe van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden. Waar nu nog de inlenersbeloning geldt, waarbij alleen bepaalde arbeidsvoorwaarden van de opdrachtgever worden overgenomen, krijgen uitzendkrachten vanaf 2026 recht op een totaalpakket dat in waarde minimaal overeenkomt met dat van vaste medewerkers in een vergelijkbare functie. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met het uurloon, maar ook met regelingen zoals extra verlofdagen, een sportabonnement of een fietsplan. Er is daarbij ruimte om onderdelen onderling uit te wisselen, zolang de totale waarde van het arbeidsvoorwaardenpakket gelijk blijft.

“Dat klinkt eerlijk en dat ís het ook,” zegt Nicky. “Maar het vraagt wel iets van organisaties. Je moet keuzes gaan maken. Wat organiseer je vast? Waar zit ruimte voor flex? En hoe zorg je dat die inzet ook echt waarde toevoegt?” Volgens haar kunnen bedrijven zich niet meer veroorloven om flexibel werk alleen operationeel te benaderen. “Je sourcingstrategie móet strategisch onderbouwd zijn. Daar ontkom je niet meer aan.”

Flexibel werken is al jaren een waardevol onderdeel van de personeelsmix. Organisaties zetten flex in om snel te kunnen opschalen, tijdelijke afwezigheid op te vangen of specifieke expertise binnen te halen. Soms is het een oplossing voor continuïteit, soms juist voor wendbaarheid. En vaak allebei. “Het idee dat flex alleen werd ingezet omdat het makkelijk of goedkoop was, klopt allang niet meer,” zegt Nicky. “Het gaat over het kunnen inspelen op veranderingen. Over de juiste mensen op de juiste plek, op het juiste moment.”

Toch merkt ze dat deze vorm van inzet onder een vergrootglas komt te liggen. De veranderende regelgeving en oplopende kosten zorgen ervoor dat organisaties bewuster moeten gaan kiezen: waar is flex écht nodig? Wat wil je structureel organiseren? En welke vormen passen daarbij?

Wat volgens Nicky sowieso blijft, en in veel gevallen zelfs toeneemt, is de behoefte aan piek- en ziekcapaciteit. “Juist die ultra-flexibele schil is cruciaal. Denk aan drukke periodes, seizoensinvloeden of onverwachte uitval. Dáár kun je met goed georganiseerde structurele flex het verschil maken. Maar het vraagt wel om een heldere visie op je totale personeelsstrategie: waar zit structurele inzet, waar piek, en hoe verbind je dat met de rest van je organisatie? Maar dan moet je wel vooraf weten hoe je het aanpakt.”

De manier waarop je flexibel werk organiseert, staat volop in beweging. Volgens Nicky is het belangrijk dat organisaties zichzelf die ruimte ook gunnen. “Bij SUSA draait alles om studenten flexibel laten werken. Uitzenden is daarbij een middel, geen doel op zich. En als de spelregels veranderen, kijken wij opnieuw welke vorm het beste past.”

In de praktijk ziet Nicky dat organisaties steeds vaker op zoek zijn naar meer grip én meer flexibiliteit. Zeker bij een doelgroep als studenten, die vaak net wat meer begeleiding vraagt. “Dan wil je niet alleen snelheid, maar ook structuur en continuïteit. Precies daarvoor hebben we het Inhouse Poolconcept ontwikkeld. Daarmee bouw je je eigen flexibele studentenpool op, met mensen die formeel bij jou in dienst zijn. Alles eromheen, van werving tot planning, nemen wij uit handen.”

Een bijkomend voordeel? Organisaties die geen btw kunnen terugvorderen, denk daarbij aan de zorg, banken en verzekeraars, onderwijs of publieke dienstverlening, profiteren extra. “Omdat studenten onder jouw eigen cao vallen en jij hun werkgever bent, vervalt een groot deel van de btw die je normaal over een uitzendtarief betaalt. Zeker bij grotere volumes levert dat een mooie besparing op.”

Nicky merkt dat veel organisaties al wel weten dát er iets gaat veranderen, maar nog niet precies wat dat voor hen betekent. “Dat is logisch,” zegt ze. “De cao is omvangrijk, en de praktische uitwerking moet deels nog vorm krijgen. Maar juist daarom is dit het moment om in beweging te komen. Je sourcingstrategie opnieuw inrichten kost tijd en vraagt om afstemming tussen afdelingen. Hoe eerder je het overzicht hebt, hoe meer ruimte je straks hebt om slimme keuzes te maken.”

Een goed vertrekpunt is inzicht in je arbeidsvoorwaarden. Welke regelingen gelden voor jouw medewerkers? Welke extra’s zijn er vanuit jullie cao of personeelsbeleid? Door dat in kaart te brengen en te delen met je uitzendpartners, kunnen zij tijdig vertalen naar een goed, gelijkwaardig pakket voor flexkrachten.

De vervolgstap ligt dan bij het bureau. “Zij hebben de kennis en tools om die vertaalslag te maken,” zegt Nicky. “Het is aan de opdrachtgever om de informatie aan te leveren, en aan het bureau om het goed te organiseren. Dáár zit de samenwerking. En dat werkt alleen als je op tijd begint.”

Organisaties die strategisch willen bouwen aan hun personeelsbestand, kijken volgens Nicky steeds vaker naar studenten. “Het is een doelgroep die zich snel aanpast, openstaat om te leren en goed te begeleiden is. Als je ze nú al onderdeel maakt van je organisatie, creëer je een natuurlijke instroom van jong talent, nog voordat ze afstuderen.”

Bij SUSA ziet ze hoe krachtig dat werkt. “Studenten zijn loyaal binnen hun levensfase en vormen een flexibele pool die je organisatie leert kennen. Ze leren jouw organisatie, systemen en klanten kennen. Daardoor kunnen ze makkelijk meebewegen met wat je nodig hebt en na hun studie doorgroeien als dat moment daar is.”

Volgens Nicky is het precies die combinatie van flexibiliteit, binding en toekomstpotentie die werken met studenten zo aantrekkelijk maakt. “Je haalt niet alleen tijdelijke capaciteit binnen, maar ook perspectief voor de lange termijn. Het maakt studenten een slimme toevoeging aan je sourcingmix: flexibel inzetbaar, maar ook strategisch waardevol. Dat maakt het strategisch slim én leuk om mee te werken.”

De nieuwe cao is geen rem op flexibel werken, maar een uitnodiging om het slimmer te organiseren. Organisaties die nú investeren in een heldere sourcingstrategie, bouwen niet alleen aan wendbaarheid, maar ook aan continuïteit en kwaliteit. En dat maakt flexibel werk straks niet ingewikkelder, maar juist waardevoller.