A: akwa, ap, any en avo
- Akwa: academisch kwartiertje/geoorloofde tijd te laat. - “Thomas is weer een akwa te laat voor de verga.” 
- Ap: Albert Heijn.
- Any: anytimer (adtje die je uit kan delen aan iemand op elk moment) - “Rosemarijn, trek je any.” 
- Avo: avocado. - “De avo's zijn alweer in de bo!” 
- Afstubo: afstudeerborrel voor als je je master of bachelor hebt gehaald - ''Ga jij naar de afstubo van Rugter of niet?'' 
 
					 
					